augustus 2019
Ik ben op vakantie in Zweden. Wát een overweldigend mooi land, met die oneindige ruimte en oneindige mogelijkheden!
Ik ben tot over mijn oren verliefd: Ik droom over een lichtblauw houten huis met witte kozijnen, blankhouten vloeren en een veranda met uitzicht op zee, ingebed tussen dennenbomen en grote rotskeien. Van reeën en vossen in de tuin, van wilde bloemen waar vlinders boven fladderen en het geluid van een meeuw die voorbij vliegt. Ik zie voor me hoe er ‘s winters sneeuw ligt en het warm is in huis omdat de houtkachel brandt en hoe we aan het eind van de dag lekker in de sauna gaan en buiten afkoelen. En ik zie hoe blij mijn hoogbegaafde kind daar is en hoe hij geniet van het buitenzijn.
Als ik op Google ‘zweedse cultuur en etiquette’ intyp, dan lees ik dat de zweden bescheiden zijn en liever conflict vermijden. Ze zijn beleefd en laten je de ruimte (dat werd ons duidelijk op de snelweg), ze doen hun schoenen uit in huis, ze houden niet van smalltalk (stel je een vraag, dan verwachten ze ook interesse), ze houden graag een beetje afstand -niet alleen emotioneel maar ook fysiek wanneer ze iemand nog niet goed kennen- en ze komen graag op tijd.
Het bedrijfsleven in Zweden is gebaseerd op gelijkwaardigheid; delegeren van verantwoordelijkheden is heel normaal. De nadruk ligt meer op een goede samenwerking -met als gevolg een degelijk en kwalitatief goed product- dan op prestaties of het najagen van carrière (lees; jezelf omhoog werken). Je spreekt elkaar aan met de voornaam en besluitvorming gaat niet over één nacht ijs want een en ander moet grondig van alle kanten worden bekeken en liefst valt er pas een besluit als iedereen het ermee eens is.
Dat wat in het bedrijfsleven vanzelfsprekend is, heeft zijn oorsprong in het schoolsysteem dat is gebaseerd op gelijkwaardigheid en inclusiviteit. School gaat hier meer over mensvorming en minder over prestaties. Voor ieder kind geldt dat het een basis krijgt aangeboden voor wat betreft kennis, maar dat de algemene ontwikkeling en het vormen van een eigen mening net zo belangrijk wordt gevonden. Bovendien zijn kinderen pas leerplichtig vanaf 7 jaar (tot 16). Er worden de eerste jaren geen cijfers of rapporten gegeven, er zijn wel voortgangsgesprekken waar het kind bij is en in wordt betrokken. De eerste 3 schooljaren (vanaf 7 dus) gaan kinderen nog geen hele dagen naar school en wordt er nog veel gespeeld.
Dit alles klinkt mij als muziek in de oren en ik zou bijna aan emigreren denken! Helaas is hoogbegaafdheid een vrijwel onbekend fenomeen in Zweden en de beeldvorming erover (voorzover die überhaupt bestaat) beperkt zich tot ‘is goed presterend’. Het belang van gelijkwaardigheid en inclusiviteit binnen het onderwijs impliceert dat iedereen hetzelfde krijgt aangeboden en dat wat eventueel extra wordt aangeboden zich toespitst op kinderen die moeilijk(er) kunnen meekomen. Ik zocht verder op internet en stuitte op een bijzonder interessant onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafden in het onderwijs. Dit onderzoek werd in Zweden uitgevoerd omdat in het zweedse onderwijs bij uitstek geen aandacht is voor hoogbegaafden. In de onderstaande alinea uit het onderzoek raakten mij vooral de twee laatste zinnen:
‘There has been only limited research done on how gifted learners fare in a regular school setting in Sweden, where there is limited knowledge of who the gifted are and what their particular needs are. A wide database search (Google Scholar, search made on July 18, 2008) using the keywords “gifted + regular + school” provided 79,200 articles, books, and papers on the subject. However, the vast majority of this literature assumes the already manifest recognition of the giftedness construct by schools, teachers, and nationwide official policies. In spite of this, there exists more or less consensus amongst scholars that, as a rule, gifted children do not fare well in regular schools if they are unrecognized, ignored, and/or if teachers are unprepared for them. Indeed, what student, irrespective of their degree of ability, would fare well under such circumstances?’
Bron: http://citeseerx.ist.psu.edu/viewdoc/download?doi=10.1.1.835.5872&rep=rep1&type=pdf
Ik schakel even terug naar het onderwijs in Nederland. Steeds vaker hoor of lees ik dat (nieuwe) wetenschappelijke inzichten niet worden geïmplementeerd in het onderwijs en dat het onderwijs (met de overheid als richtinggever) sterk blijft vasthouden aan ‘zo doen we het nou eenmaal’. Best een Nederlandse mentaliteit; ‘wat de boer niet kent…. ‘. Dit zelfs nog even los van hoogbegaafdheid. Het verklaart waarschijnlijk waarom hoogbegaafdheid ook in Nederland nú pas echt meer aandacht krijgt; hoogbegaafde kinderen, en met name die met een IQ hoger dan 145 (de uitzonderlijk hoogbegaafden), vallen de laatste jaren ‘bij bosjes’ uit. Men kan er domweg niet meer omheen: het reguliere onderwijs sluit niet aan bij de behoeftes die hoogbegaafde kinderen hebben. En in bovenstaand onderzoek staat het gewoon: onder wetenschappers bestaat in meer of mindere mate consensus over het feit dat hoogbegaafde kinderen niet gedijen in reguliere scholen wanneer zij niet worden herkend, hun noden (dus) worden genegeerd en wanneer leerkrachten niet zijn voorbereid (lees geschoold) op het gebied van hoogbegaafdheid. Need I say more?
Wat is nu mijn punt, vraag je je misschien af. Mijn punt is denk ik dat ik opnieuw in shock ben over het gebrek aan kennis over hoogbegaafdheid (en dus niet alleen in Nederland). Dat het maar over maximaal 2% van de bevolking gaat vind ik geen excuus. Want voor de 2% verstandelijk gehandicapte kinderen, met een IQ van 70 of lager (dat is de andere kant van het spectrum), is al langer veel aandacht en zijn er veel voorzieningen en terecht, natuurlijk. Dat dit gebrek aan kennis er is, en dat dit van grote -negatieve- invloed is op hoogbegaafde kinderen, is onder wetenschappers allang bekend. Maar wie doet daar wat mee?
Als ik mijzelf toesta om verder te dromen, dan zou ik misschien wel willen verhuizen naar Zweden en daar een plek starten waar ouders met hun hoogbegaafde kinderen terecht kunnen voor ondersteuning en meer kennis. Niet in de laatste plaats omdat ik mijn zoon hier zo zie opbloeien. Hij gaat helemaal ‘aan’ op het beklimmen van grote rotsen en oefent dagelijks -met tomeloze inzet- met zijn nieuw gekregen pijl en boog, iets wat hij thuis zeker niet zo lang zou volhouden. Bovendien ‘leest’ hij een zweedse Donald Duck en laat zich er niet door afschrikken! De natuur, de ruimte en de rust doen hem zo ontzettend goed! Jammer genoeg is thuisonderwijs in Zweden niet toegestaan en met het oog op het bestaande onderwijs -waar ik eigenlijk erg van gecharmeerd ben maar waar er geen ruimte is voor hoogbegaafdheid en alles wat dat met zich meebrengt- zou ik zo’n stap niet zo snel durven nemen.
Over een paar weken komen we gewoon weer terug naar eigen land en eigen huis en daar zal ik met veel plezier en veel bevlogenheid mijn werk weer oppakken zodat ik vanuit mijn praktijk toch mijn steentje kan bijdragen aan wat (uitzonderlijk) hoogbegaafde kinderen nodig hebben, zowel thuis als binnen het onderwijs!