Aangeleerde hulpeloosheid

december 2018

“Wil jij het voor me doen?”

“Ik weet niet hoe het moet…..”

“Hélp me nou!”

“Heus, ik kan het écht niet!”

Als ouder wil je graag het allerbeste voor je hoogbegaafde kind. Elke ouder wil dat. Het is een soort natuurlijk mechanisme. Je wilt je kind behoeden voor al die vervelende dingen die je jezelf maar al te goed herinnert: pijn, schaamte, erbuiten vallen, frustratie en falen. Dus als je kleintje begint met klimmen zeg je “Pas op lieverd, dadelijk val je! Wacht, ik help je wel even!”. Wanneer je kleuter ernstig gefrustreerd raakt omdat haar tekening niet wordt zoals ze in haar hoofd had (iets dat bij veel hoogbegaafde kinderen speelt), dan zeg je “He, wat vervelend nou. Kijk, als je het zus en zo doet,” -en dat doe je dan- “dan zie je er niks meer van. Fijn hè?!”.
Of je zoon maait in zijn enthousiasme zijn glas limonade van tafel en schaamt zich vanwege zijn ‘fout’ (de bekende faalangst). Je zegt “Ach, lieverd, geeft niks hoor, is helemaal niet erg.
Ik ruim het wel even op”. Of je dochter is angstig en durft niet naar boven om haar boek te halen. “Hè lieverd,” zeg je, “het is niet fijn om bang te zijn hè? Ik haal het boek wel even voor je”. Al die dingen doen we om ons kind te helpen, omdat we zo goed snappen hoe hij of zij zich voelt. We zorgen ervoor dat we áltijd een stapje voor ons kind uitlopen om alle obstakels voor hem uit de weg te ruimen, voor hij erover kan struikelen.

Maar er zijn ook regelmatig momenten dat -door de jaren heen groeit dat- we ons kapot ergeren aan het gebrek aan zelfredzaamheid, het gebrek aan doorzettingsvermogen en het gebrek aan daadkracht. Op al die momenten dat we haar rotzooi weer moeten opruimen; achter hem aan moeten rennen zodat hij zijn jas aan doet in de winter; nog een keer naar school heen en weer rijden om zijn vergeten rugzak te brengen (want dat is toch écht onze verantwoordelijkheid); elke ochtend tien keer roepen dat ze zich moet haasten omdat ze anders te laat komt op school; elke avond tien keer zeggen dat hij moet dooreten omdat hij anders later weer honger krijgt. We zitten ernaast zodat ze hun huiswerk afmaken, we kopen nieuwe handschoenen omdat hij die alwéér kwijt is en we betalen de rekening voor de afspraak bij de orthodontist die ze is vergeten. En dat doen we allemaal nog steeds uit liefde. Maar ook uit angst. Hoe minder het kind zelf gaat doen, hoe harder we gaan lopen en hoe meer irritatie we voelen.

Heeft het kind last van een fixed mindset, hét thema bij veel hoogbegaafde kinderen? Jazeker.
Maar voordat we allerlei theorieën en methodes op het kind loslaten om ook dát te repareren, zouden we ons eerst eens kunnen afvragen waaróm dit zo is. En of de oorzaak niet -op zijn minst deels- bij onszelf ligt. Bij ons als ouders, met al ons verlangen om ons kind te helpen en te behoeden. Met ál onze goede bedoelingen, onze bakken vol liefde, gaven we ons kind indirect de boodschap dat hij of zij het zelf niet kan. Deze overtuiging heeft zich vervolgens genesteld en manifesteert zich steeds meer in het doen en laten van ons kind. Naarmate het ouder wordt, wordt het duidelijker.

We zijn niet schuldig, we wisten gewoon niet beter. We willen het zó graag goed doen als ouder dat onze eigen faalangst ons parten speelt. We willen een goede ouder zijn, eigenlijk een foutloze ouder.

Wat het kind ons laat zien is aangeleerde hulpeloosheid. Omgekeerd; het kind heeft niet geleerd dat het zichzelf kan redden en heeft nauwelijks ervaring met het oorzaak-gevolg-principe. Om te leren heeft ieder kind het nodig om de consequenties van zijn of haar handelen te ervaren. En natuurlijk bewaken ouders de grenzen waarbinnen het kind dat kan doen, zodat het niet gevaarlijk wordt. Maar in plaats van een stapje voor je kind uit te lopen om de weg te banen, zou je ook een stap áchter je kind kunnen lopen. Zodat het de mogelijkheid heeft om zijn eigen neus te stoten, en zijn eigen route te lopen, zich verzekerd wetend van jouw aanwezigheid maar toch in de gelegenheid om zijn eigen ervaringen op te doen en daarmee te leren dat het één niet handig is om doen en het ander juist wel. Je begeleid het kind dan op een coachende manier, waarmee het de mogelijkheid heeft om van nature, van jongs af aan, een growth mindset te ontwikkelen. Zodat dit later niet ineens een problematisch thema wordt, waar lesboekjes aan te pas moeten komen.

Als je dreumes de trap op begint te klimmen, kan je ook stilzwijgend in de buurt staan om haar op te vangen als ze valt. Bij je gefrustreerde kleuter kan je haar gevoel benoemen en vragen stellen: “Ik zie dat je heel teleurgesteld bent dat je tekening niet wordt zoals je wilt. Wat kan je doen om je er weer prettig over te voelen?” Als je zoon zijn glas heeft omgegooid kan je zonder enige lading vertellen dat het fijn is om het even op te ruimte met een doekje, en hem dat ook laten doen, zo jong als hij is (en hierbij moeten we onze eigen perfectionisme vooral even niet laten meekijken 😉). Je kan aan je angstige dochter vragen op welke manier ze denkt dat ze het boek boven wél durft te halen. Daarmee geef je haar de kans om haar eigen oplossing te bedenken, waaraan jij natuurlijk bereid bent om mee te werken! Als je zoon het in de winter koud krijgt zonder jas, dan zal hij er de volgende keer (of misschien de keer dáárna) aan denken om hem aan te trekken. Als de rugzak is vergeten en het kind krijgt honger op school, dan is dat niet leuk, en op die manier leert het dat het handiger is om je tas wel mee naar school te nemen. Dat is geen verwaarlozing, maar liefde.

Het is nooit te laat om te veranderen. Dat geldt voor je kind en ook voor jouzelf. Je kan any time beginnen met een stapje achteruit te doen en het kind voorop te laten gaan. Daar zullen jullie beiden aan moeten wennen. Het kind schrikt ervan dat hij ineens de ruimte krijgt en zelf oplossingen moet gaan bedenken -hij zal waarschijnlijk weerstand ervaren en jou dat laten merken- en jij kan jezelf trainen om even niks te doen, even los te laten. Zonder ergernis, zonder vooropgezet idee van de uitkomst, gewoon, liefdevol meebewegend vanuit beschikbaarheid. Dat heeft natuurlijk tijd nodig. Maar je zult zien, na verloop van tijd, en met vallen en opstaan (zowel van jezelf als van je kind), gaat het zijn vruchten afwerpen, en gaat je kind leren dat hij het wél kan. En jij dat je los kan laten. ❤️

ps & disclaimer 😊

Ik ben niet perfect, helaas. Ik had graag gewild dat het wél zo was. Alle voorbeelden hierboven zijn net zo goed uit mijn eigen leven gegrepen, bij het opvoeden van mijn drie hoogbegaafde kinderen. Met vallen en opstaan ben ik wat wijzer geworden, daar ben ik blij om. Daarom kan ik nu meekijken met andere ouders, zonder oordeel, en hen adviseren en coachen bij het opvoeden van hun hoogbegaafde kinderen. Ook organiseer ik GelukkigHB-groepen voor hoogbegaafde kinderen.

#mindset #growthmindset #fixedmindset #aangeleerdehulpeloosheid #hulpeloosheid #hoogbegaafd #hb #hoogbegaafdkind #faalangst #liefde #ouders #vaders #moeders #opvoeden #coachen #opvoedstijl #stapje #vallenenopstaan #oorzaakengevolg #latengebeuren #loslaten #vertrouwen #opvoedadvies #coaching #ouderadvies #gelukkighb #lichtblauw #ruimtevoorjou  #lichtblauwvoorjou